top of page

INFORMATIE

UIT DE OBSERVATIE

BEHANDELINGEN KINDEREN EN BABY'S

De benadering van een zuigeling of kind is anders dan die van een volwassene. Hier zal er ook een anamnese plaatsvinden, maar die verloopt via de ouders. De osteopaat zal naast de anamnese ook heel veel informatie uit de observatie van de zuigeling of het kind halen. 

Voor het onderzoek wordt het kind uitgekleed, op de luier of onderbroek na. Het kind wordt nauwkeurig geobserveerd. Is het kind actief, hoe beweegt het, is er een goede grip van de handen, hoe krachtig is het huilen, etc. Het lichaam wordt eerst als een geheel benaderd om dan de afzonderlijke delen te doorgronden. De osteopaat zal de verschillende structuren zoals de schedelbeenderen, de nek, de rug, het bekken, de buik en eventueel de gewrichten heel zachtjes palperen en bewegen.

INDICATIES BIJ BABY'S

  • Meer dan drie uren per dag huilen (huilbaby’s) 

  • Een kale plek op het hoofd en/of afplatting van het hoofd doordat de baby dezelfde houding aanneemt 

  • Asymmetrie van de schedel of van het lichaam 

  • Asymmetrische heupontwikkeling 

  • Asymmetrisch bewegen van armen of benen 

  • Eén kant van het lichaam negeren 

  • Overstrekken, krampachtige manier van doen, niet geknuffeld willen worden

  • Problemen bij het voeden 

  • Slik- of zuigproblemen 

  • Het hoofdje niet recht kunnen houden 

  • Voorkeurshouding

  • Kunstverlossing

  • Extreem protest, huilen bij het aan- of uitkleden door een gevoelig nekje of schedelbasis 

  • Steeds naar de oren pakken 

  • Problemen met de stoelgang 

  • Maagkrampjes, reflux (spugen) 

  • Hoofdpijn 

  • Buikpijn 

  • Chronische oorontstekingen 

  • Problemen met slapen 

  • Vaak wordt gezegd dat deze symptomen verdwijnen als de baby ouder wordt. Soms verdwijnen ze om zich op latere leeftijd weer te openbaren. Wanneer de bewegingsproblematiek van de nek en/of schedel niet verholpen wordt, kan dit zich later op de volgende wijze uiten: 

- Moeilijkheden met praten 

- Evenwichtsproblemen 

- Grove en fijne motoriek ontwikkelen zich traag

- Niet willen/kunnen kruipen en deze belangrijke fase van de    

  motorische ontwikkeling overslaan

- Steeds willen staan maar heel laattijdig lopen 

- Snel vermoeid zijn 

- Snel kwaad of hysterisch worden, woedeaanvallen 

- Al snel klachten over hoofdpijn en/of buikpijn

- Onrustig zijn

DE GEBOORTE

De meeste mensen zijn van oordeel dat er bij een baby of klein kind geen spanning of stress in het lichaam aanwezig kan zijn, omdat ze zo jong en flexibel zijn. In de praktijk blijkt dit anders te zijn! Een ogenschijnlijk gemakkelijke bevalling vraagt veel van de baby en moeder. Tijdens het baren ondergaat het babyhoofdje enorme krachten tengevolge van de weeën. De schedelbeenderen worden verschoven om het hoofdje te verkleinen om zo de uitdrijving door de bekkenopening mogelijk te maken. Omdat de structuren van het hoofd nog vervormbaar zijn, levert dit over het algemeen geen problemen op.

Soms verloopt de bevalling niet soepel door langdurige weeën, trage ontsluiting, vacuüm- of forcepsverlossing of door het eventuele duwen op de buik van de moeder. Deze extra krachten werken natuurlijk ook in op de baby. Wanneer deze mechanische krachtinwerkingen niet verwerkt kunnen worden door het kleine babylichaampje, kan dit in de toekomst een verstorende factor in alle ontwikkelingsaspecten van het kind zijn. Het kind zal zich namelijk proberen aan te passen aan de ontstane beperkingen. Wanneer er een blokkade aanwezig is van de bovenste nekwervels ontstaat er een abnormale spanning in de nekspieren.

Onze lichaamshouding en vele functies van ons lichaam worden reflexmatig gestuurd vanuit de nek en schedel. Als het hoofdje of de nek getordeerd blijft na de bevalling zal ook de rest van het lichaam zich asymmetrisch ontwikkelen. Bovendien zullen de structuren in het lichaam zich aan deze torsie moeten aanpassen. Dit heeft impact op het hele lichaam. Het is belangrijk dat prikkels van zintuigen goed verwerkt kunnen worden. De wervelblokkades maken het verwerken van prikkels moeilijker waardoor een verstoring van lichaamsbeweging en evenwicht kan optreden. Een osteopathische controle met -indien nodig- een behandeling kan van grote waarde zijn op de ontwikkeling van het kind.

HUILBABY'S

Wanneer wordt een baby een huilbaby genoemd? Theoretisch is dit zo wanneer een baby langer dan drie uur gedurende minimaal drie dagen per week over een periode van drie weken huilt. Soms is er niet direct een oorzaak te vinden maar merken de ouders wel dat de baby onrustig of ontroostbaar is, niet wil slapen, niet geknuffeld wil worden, niet vlot eet, een opgezet buikje heeft of last van krampen heeft. Dit zijn klachten waarbij een osteopaat in veel gevallen iets kan betekenen.

De osteopaat voelt naar een eventuele invloed van de schedel, nek, rug, andere gewrichten en overprikkelde darmen. Door deze plaatsen vervolgens te behandelen, probeert de osteopaat de beweeglijkheid van de weefsels te verbeteren, waardoor het zenuwstelsel minder geprikkeld wordt. Hierdoor zal het kind gemakkelijker tot rust komen. De osteopaat ‘luistert’ naar wat het lichaam van de baby te vertellen heeft!

REFLUX & DARMKRAMPJES

Reflux en darmkrampen kunnen ontstaan door een overprikkeld zenuwstelsel. Natuurlijk kunnen er ook andere oorzaken aan ten grondslag liggen zoals een hiatus hernia, voedingsallergie of -intolerantie, aerofagie en pylorus stenose. Een overprikkelde darm kan een gevolg zijn van een onevenwicht van het zenuwstelsel ten gevolge van blokkades in het lichaam. 

Voor de osteopaat is het OAA-complex (O=occiput en eerste twee nekwervels: A=atlas, A=axis) een zeer belangrijke zone! Hier ontspringt ook de tiende hersenzenuw (n.vagus) welke een heel belangrijke rol speelt in de spanning en bezenuwing van het spijsverteringsstelsel en andere organen. Door de blokkades te corrigeren en de schedel te behandelen, kan de osteopaat een beter evenwicht van het zenuwstelsel activeren. Het diafragma (=middenrif) speelt een belangrijke rol bij reflux omdat de slokdarm het diafragma passeert en overgaat in de maag. Bijgevolg is de spanning van het diafragma bepalend voor een goede functie van de cardia en maagwerking.

KISS SYNDROOM

De afkorting ‘KISS’ staat voor Kopfgelenk-Induzierte Symmetrie-Störungen waarmee een groep van asymmetrieën in de lichaamshouding wordt bedoeld die hun oorzaak vinden in de bovenste halswervels en schedelgewrichten. Uit de praktijk maar ook uit wetenschappelijke studies blijkt dat het functioneren van de bovenste nekgewrichten van groot belang is voor de houding en voor de motorische ontwikkeling van de pasgeborene. De zuig- en slikreflex worden ook beïnvloed door de schedelbasis en de eerste wervels. 

De asymmetrie van de zuigeling is één van de duidelijkste symptomen van het KISS-syndroom. Sommige baby’s vertonen het gedrag van veel of ontroostbaar huilen juist niet. Daarom wordt het asymmetrisch liggen dikwijls té laat ontdekt en gaat de schedel zich soms al na 4 weken afplatten. Daarom raden osteopaten aan om de baby te laten controleren en indien nodig te behandelen. Men moet er bij stilstaan dat een schedelafplatting een asymmetrische ontwikkeling in het hele lichaam kan veroorzaken. Deze meer complexe, nauwelijks zichtbare asymmetrie in houding en ontwikkelende functies spelen een negatieve rol in de ontwikkeling van het kind. Niet elke schedelasymmetrie is een gevolg van het KISSsyndroom. Er zijn meerdere oorzaken, zoals een bepaalde ligging of voorkeurshouding in de baarmoeder. Kinderen die met een mooi rond hoofdje ter wereld komen, kunnen toch een schedelasymmetrie ontwikkelen omdat ze constant in dezelfde houding in de wieg liggen. De ouders moeten daaraan aandacht geven. De osteopaat kan met enkele behandelingen trachten functieherstel in de bovenste nekgewrichtjes te bereiken, waardoor toename van de al aanwezige schedelasymmetrie wordt voorkomen. Voor deze ‘schedelvervorming’ is door de klassieke geneeskunde de helmtherapie ontwikkeld. Deze helm dient het kindje dag en nacht te dragen, waardoor de schedel weer een normalere vorm krijgt. 

Maar het feitelijke onderliggende probleem wordt dan niet behandeld. De hoge nekgewrichtjes, die in asymmetrische zin functioneren, blijven storend werken op de (asymmetrische) houding en motoriek van de zich ontwikkelende baby. Niet alleen vlak na de geboorte maar ook nog in de maanden erna blijkt osteopathie een effectieve therapie te zijn. 

In de hersenstam worden reflexen opgewekt die een rol spelen bij o.a. zuigen, slikken en ademhalen. Deze reflexen zijn belangrijk voor de eerste behoeften en voor het welbevinden van de zuigeling. Een scheve stand van de bovenste nekwervel(s) kan er toe leiden dat de zuigeling dikwijls overstrekt of met een scheve verdraaide nek ligt. Deze scheefheid zet zich voort over de gehele romp, zelfs tot in het bekken en heupgewricht. De baby is asymmetrisch, de ontwikkeling van het kind kan hieronder leiden en het kind vertoont vaak een complex klachtenpatroon. Het zich behaaglijk voelen ontbreekt, de baby huilt veel, slaapt slecht en kan niet goed eten (door een zwakke zuig- en slikreflex). Onbehagen overheerst het leven van de baby. Alles is het kindje teveel en hij is overprikkeld. Zelfs liefdevolle verzorging of aanraking kan heftige reacties oproepen die zich uiten in overstrekken. Bij veel kinderen blijft dit onbehagen hun leven voor een deel bepalen en speelt het zelfs nog een grote rol in de verdere ontwikkeling. Enkele behandelingen osteopathie blijken veelal toereikend te zijn om deze problemen aan te pakken en zijn niet te vergelijken met de zgn. helmtherapie en langdurige oefentherapie.

INDICATIE'S BIJ KINDEREN

  •  ADHD, ADD en gedragsproblemen

  •  Bedplassen en zindelijkheid

  •  Buikklachten

  •  Concentratieproblemen bij kinderen

  •  Dyslexie, dyscalculie en leerproblemen

  •  Evenwichtsproblemen

  •  Groeipijn

  •  Hoofdpijn

  •  Houdingsproblemen

  •  Kaakproblemen

  •  Klachten door vallen

  •  Longklachten

  •  Motorische ontwikkeling

  •  Obstipatie/darmproblemen

  •  Ontwikkelingsproblemen

  •  Oorproblemen

  •  Reflux

  •  Rugklachten

  •  Scoliose

  •  Slaapproblemen

  •  Voedingsproblemen

bottom of page